Eerste patiënt
Kijk, en dan staat er zo'n geweldig nieuw gezondheidscentrum. Helemaal puntgaaf, nog niet gebruikt. Dan komt er een moment dat de eerste patiënt binnenkomt en de medische staf aan het werk moet.
Ikzelf ben van mening dat dit best wel een memorabel ogenblik is in de geschiedenis van zo'n gebouw. En dan zou het bijvoorbeeld wel een idee zijn dat die patiënt een bloemetje krijgt of zo, gewoon, voor het idee. Of een foto in de krant met een leuk onderschrift erbij.
Iets in de richting van: ‘Nieuw gebouw nu echt in gebruik, dankzij de eerste patiënt’. Want zonder patiënten zou dat hele gebouw niet in gebruik zijn, toch?
Nu weet ik toevallig dat die eerste patiënt er al voor maandag was. Dus niks bloemen en krant, want die gaan natuurlijk van een maandagochtend uit. Wat een glorieus moment had kunnen zijn, is in stilte verlopen.
Fons was er bij, op zijn vrije dag nog wel. Tijdens het hardlopen (en hij ging als een trein!) kreeg hij een telefoontje: een hoofdwond moest mogelijk worden gehecht. Of hij opgepikt kon worden en aan het werk kon gaan. Nu kende hij deze patiënt persoonlijk en stemde hij in, geheel tegen zijn geloof in. Want zijn weekend is heilig, te gebruiken voor hardlopen en quality time met zijn familie. Maar omdat hij de beroerdste niet is, stemde hij in en stond hij een kwartier later in de behandelkamer de hoofdwond met hechtpleisters te beplakken. De patiënt had hem trouwens zelf opgehaald met de auto. Pleister op de wond geplakt en zo de auto ingesprongen (wat heb je toch rare lui op de wereld lopen hè).
De patiënt heeft nog aangeboden hem weer halverwege zijn hardlooproute af te zetten zodat hij zijn hardlooprondje af kon maken. Want die voelde zich toch wel een beetje schuldig over het hele gebeuren.
Maar dat aanbod werd vriendelijk afgeslagen. Hij ging liever gezellig met mij mee naar huis, zodat ik een paracetamol kon nemen tegen de hoofdpijn, die langzamerhand op kwam zetten.
Tip van de dag: als je onder een hoogslaper wilt schoonmaken, GOED BUKKEN! Want het bed wint altijd......
Over Marja Captijn
Mijn naam is Marja Captijn. Van 2005-2007 hebben we in NZ gewoond vanwege het werk van mijn man.
Het was een standaard verhaal, zoals je in elk boekje tegenkomt: geplande reis van ruim 20 maanden, met twee kinderen en 5 koffers heen, met drie kinderen en zes koffers terug, daarna heimwee, heimwee en heimwee. En dan weer zien te aarden in Nederland. Dat was erg lasting voor ons, zelfs na een jaar of twee.
Maar om dan weer terug te gaan om te ontdekken of het echt zo leuk was in NIeuw-Zeeland? Het heeft ons 5 jaar gekost, maar nu wonen we er dan eindelijk weer! Met onze 4 kinderen inmiddels (!), 2 meiden en 2 jongens, maken we de buurt van Blenheim onveilig.
Omgeven door de wijngaarden, de sounds op 25 minuten afstand en de Wither Hills in mijn achtertuin probeer ik opnieuw mijn draai te vinden. En ik kan je zeggen; aan de omgeving en het weer zal het niet liggen! Neem een kijkje in mijn leven en geniet mee van mijn visie op the kiwi way of Dutch life!