Column Marith Het boerderijleven van een insectenhater

Het boerderijleven van een insectenhater

door Marith Schoenmakers

Terwijl ik op een festival ergens in het noorden van Nieuw-Zeeland bestellingen opneem voor blueberry smoothies en –ijs, denk ik terug aan de week die daaraan vooraf ging. Mijn eerste week op een blueberry farm.

Toen ik over mijn toekomstige werkplek vertelde was iedereen razend enthousiast. ‘Wat leuk, blueberries zijn heerlijk, idyllisch zo’n fruitboerderij!’ En ze hebben gelijk, het fruit is inderdaad heerlijk en de boerderij is prachtig. Toch komt er veel bij kijken om een bakje te vullen met perfecte, onbespoten bluebberies. Het is vooral een avontuur voor mensen die geen groot fan zijn van insecten. Voor mij dus. Hoog tijd om die angst te overwinnen.

Ik kon gelijk aan de slag. De dag dat ik arriveerde werd me meteen verteld dat we ‘s avonds beetles zouden doden. Verrassend genoeg stond ik niet direct te springen. Interessant vond ik het echter wel. 

In het donker bewogen we ons, met behulp van zaklantaarns, tussen de struiken richting de gevreesde beestjes. ‘Kijk, dit zijn ze.’ Ik zie een bruin beestje van zo’n twee centimeter. ‘Ze eten niet alleen de bladeren van deze struiken, maar ook de blueberries. Omdat ik spray-free fruit aanbied, moeten ze handmatig worden gedood.’ Dat gaat simpel, de beetles zitten vaak in groepjes bij elkaar. Zodra je dichtbij komt worden ze bang en zitten ze doodstil. Je kunt ze zo perfect beetpakken en tussen je vingers pletten. En dat deden we dan ook. Als chirurgen stonden we, met onze handen in de lucht, klaar voor de aanval, gelukkig met latex handschoenen. Die zaten al snel vol bruine vlekken en overal hoorde je gekraak, als er weer een groepje beetles vermoord werd. Niet het leukste werk, wel heel belangrijk. 

De volgende dag zag ik namelijk pas goed welke schade ze aanrichten. Helaas voor mij zijn echter niet alleen beetles schuldig hieraan, er zijn veel insecten die het plukken en verwerken van blueberries een tijdrovend klusje maken. Tijd om met hen de strijd aan te gaan , zonder handschoenen dit keer.

Zo zijn er spinnen. Spinnen vinden het blijkbaar heerlijk om zich, inclusief kleverig web, tussen het fruit te nestelen. Ze vinden het ook erg leuk om over mensenhanden te lopen zodra die het fruit plukken. Waar ik voorheen redelijk bang was voor spinnen is dat nu, al dan niet noodgedwongen , een stuk minder geworden. Ik veeg ze, hoe groot ook, rustig weg en ga verder met mijn werk. 1-0 voor mij!

Iets minder nonchalant ben ik als het om wespen gaat. Het zijn niet de kleintjes die ik van thuis gewend ben helaas en ze lijken het een sport te vinden je zoveel mogelijk te irriteren. Agressief zijn ze ook. Daarnaast zien ze de struiken helaas als de perfecte plek om een nest te bouwen. 

Gelukkig ben ik inmiddels gewapend met een stok. Hiermee schud ik de struik heen en weer, waardoor de wesp wegvliegt. Daarna is het zaak het nest snel uit de struik te slaan. Hier spreekt inmiddels een volleerd wespennestverwijderaar. Of nou ja, de kleine nestjes zijn voor mij geen uitdaging meer. Ik hoop het moment dat ik een groot nest met meerdere wespen vind voor eeuwig uit te stellen. Toch 2-0 voor mij. 
Wat je verder zoal tegenkomt tijdens het plukken van fruit? Rupsen, die zich een weg banen door de besjes en ze daarmee oneetbaar maken. Flinke krekels, die volgens de verhalen met hun geluid voorspellen dat het de volgende dag mooi weer wordt, ze hebben nog wat training nodig hier, en mieren, die in grote getale over je benen krioelen. Allemaal echter prima te overzien. 3-0, het gaat voorspoedig.

Of misschien niet helemaal. Er is één soort, buiten de blueberry fields, waar ik maar niet aan kan wennen, de kakkerlak. Met pijn in mijn hart moet ik toegeven dat ik nog steeds verstijf als ik die in ons huisje zie kruipen, 3-1… 

Gelukkig heb ik nog drie weken de tijd om ook die angst te overwinnen. En dat gaat vast lukken, want het buitenleven bevalt me bijzonder goed. Dat ik ooit van een insectenhater in een insectenfan verander betwijfel ik, maar als het enkel nog de kakkerlak is waar ik bang van word, dan is de blueberry farm bijna zo idyllisch als iedereen van tevoren dacht.   

Over Marith Schoenmakers

Marith is 26 jaar oud en woonde en werkte de afgelopen twee jaar in Berlijn. Dat is ook de stad waar ze een jaar geleden besloot te gaan sparen voor een backpackreis naar Nieuw-Zeeland, omdat ze toe was aan iets anders.

Eind oktober vliegt ze vanuit Nederland naar Auckland. Tot nu toe staan alleen een driedaagse busreis en vier weken werken op een blueberry farm vast. De rest van haar reis zal ze ter plekke gaan invullen. 

Hoe lang ze in Nieuw-Zeeland blijft weet ze nog niet precies. Met haar Working Holiday Visa op zak kan ze een jaar wegblijven, maar haar reis zou ook zomaar korter of langer kunnen duren. Onzeker, maar tegelijkertijd geeft het ook heel veel vrijheid. Iets waar ze juist erg naar uitkijkt. Zeker is wel dat ze niet weggaat voordat ze zowel het Noorder- als het Zuidereiland doorkruist heeft en heel veel foto’s en video’s gemaakt heeft.

Omdat ze als geen ander weet hoe leuk het is om reisverhalen van anderen te lezen, deelt Marith hier graag haar ervaringen. Zo kun je hopelijk inspiratie opdoen voor een eigen reis richting de kiwi’s, of gewoon lekker thuis in de vakantiestemming komen. 

 

Specialisten Nieuw-Zeeland

Meer Nieuw-Zeeland.nl