Huisje, boompje, beestje
Als je hier door Nieuw-Zeeland rijdt is het verschil in huizen die je onderweg tegenkomt nogal gevarieerd. Van kastelen op de meest mooie plekken tot krotten op de mooist mogelijke plaatsen. Mensen zijn nogal verschillend welke eisen ze aan een huis stellen.
In Nederland is alles nogal georganiseerd en mag je bijvoorbeeld maar tien jaar in een tijdelijke woning (op eigen erf) wonen voordat je in je definitieve woning gaat leven. Hier zie je vooral in de steden dat de nieuwe wijken wel door projectontwikkeling georganiseerd worden. Doordat de vraag naar woningen niet ingevuld kan worden, zijn de huizen naar ongekende hoogte gestegen. In Auckland liepen de prijzen op tot $1,000,000, wat neerkomt op €675.675. Hier in Tauranga betaal je ongeveer $600,000 wat neerkomt op € 405.405. Als je nagaat dat de rente hier ongeveer op 5% staat is dat nogal wat. Je kunt natuurlijk ook gewoon huren. Daar betaal je hier in de buurt ongeveer $500 per week voor.
Er zijn dan ook veel mensen die grof geld verdiend hebben met de verkoop van hun huis en daarna op een goedkopere plek zijn gaan wonen. Als je nu je huis verkoopt en je wilt op dezelfde plek blijven, dan moet je natuurlijk weer iets kopen voor serieus geld. Mocht je erg veel geld voor je huis hebben betaald en de boel stort in, dan zit je gevangen in je eigen huis en kun je blijven zitten waar je zit. Moet je natuurlijk wel je baan behouden, anders zit je met een probleem.
Er zijn hier ook veel (buitenlandse) investeerders die veel nieuwe huizen bouwen om te verhuren, maar dit gaat aangepakt worden om de prijzen naar beneden te halen. Daarnaast kun je je afvragen of we wel moeten willen dat de volgende generatie niet eens een huis kan kopen.
Je hebt hier nog wel de mogelijkheid om landelijk te gaan wonen. Je kunt hier een flink stuk land kopen voor een lage prijs. Het is natuurlijk logisch dat waar het werk is, de prijzen flink hoger zijn.
De meeste huizen worden hier van hout gemaakt, de daken zijn meestal van metalen dak(pan)platen. Je hebt ook een groter bouwoppervlakte nodig, omdat de meeste huizen gelijkvloers zijn. Het dakruimte (boven plafond) wordt gebruikt voor de ventilatiekanalen, de waterleidingen en de elektrische bekabeling. De wanden en plafonds worden afwerkt met gips en de nieuwe huizen worden goed geïsoleerd. Mocht je huis (gedeeltelijk) instorten na een zware aardbeving, dan is de overlevingskans groter in een houten huis dan dat het beton naar beneden komt. Een voordeel is dat je veel sneller kunt bouwen en je huis in veel gevallen kunt verhuizen. Een nadeel is dat je veel bomen nodig hebt, in het verleden zijn er erg veel bijzondere bomen gekapt. Nieuw Zeeland stond helemaal vol, gelukkig wordt het nu georganiseerd en worden er weer bomen geplant voor de toekomst.
In Nederland zijn de meeste huizen voorzien van een centrale verwarming, hier hebben de meeste mensen een heatpump en/of een openhaard. De zon is hier erg sterk en warm, zelfs in de winter, maar als deze onder is dan wordt het toch echt wel koud in huis. Natuurlijk kun je hier aan wennen, gewoon een dikke trui aantrekken en het scheelt natuurlijk veel geld en fossiele brandstoffen. Ik vond het fantastisch toen ik hier voor eerst midden in de winter kwam dat ik erg veel mensen in de korte broek zag lopen. Ik loop zelf ook sinds we hier wonen lekker in de korte broek, maar op het Zuidereiland zal dit wel een ander verhaal zijn. Maar door actief buiten bezig te zijn, krijg je het vanzelf warm.
Als je in de stad woont kan je hier aangesloten worden op het drinkwaternetwerk, maar als je landelijk woont dan moet je wat anders verzinnen. De meeste mensen hebben dan watertanks om het regenwater in op te vangen. Doe er een UV filter en een pomp tussen en je hebt gratis eerste klas water. Het blijft raar dat we dat in Nederland niet (veel meer) doen, er valt toch genoeg gratis (schoon) water naar beneden.
Onze droom is om een stuk land te kopen als we ons permanente visum hebben. Dan kunnen we gaan bouwen aan een huis waarbij we zelfvoorzienend zijn en geen energie leveranciers nodig hebben. Maar dan wel met een lekkere warme douche en verwarming zoals we in Nederland gewend zijn, met dank aan de zon, wind en regen.
Over Gerben
Voor ons is Nieuw-Zeeland het land waar we heen zijn geëmigreerd, puur op intuïtie! Sommige mensen verklaarden ons voor gek, omdat we hier nog nooit waren geweest. Het is natuurlijk niet makkelijk om voor langere tijd in Nieuw-Zeeland te verblijven, want je hebt een visum nodig.
Gelukkig heb ik een technische opleiding en werkervaring die ik hier ook kan gebruiken. Ik moest een job-offer hebben om in aanmerking voor een visum te komen. Ik ben gewoon in de zomervakantie (2016) gegaan, zodat ik mijn baan niet op hoefde te zeggen. Gelukkig wist mijn werkgever wel van onze plannen af en hebben mij ook geholpen met een werkgeversverklaring. Met een Nieuw-Zeelandse werkgever heb ik in Nederland al een skype-gesprek gehad en we hadden daar allebei een goed gevoel bij. Dit gevoel werd in ons persoonlijk gesprek bevestigd en ik heb gelijk een vast contract gekregen, waardoor wij een werkvisum voor drie jaar hebben gekregen. Als ik hier een jaar werk dan komen we in aanmerking voor een permanent visum. Mijn vrouw en kinderen liften mee op mijn visum en hebben een eigen visum voor de zelfde periode.
In september 2016 zijn we met de hele familie naar Papamoa Beach vertrokken. De lente moest toen nog beginnen en inmiddels is het hier hartje zomer. We hebben nu eindelijk het gevoel dat het jaar lekker lang heeft geduurd en genieten dagelijks van de zon, zee, strand en de mooie natuur.