Kiwi As
“Mum, I’m the beast”. Mijn dochter van zes kijkt me vol trots aan. Het duurt even voordat ik versta wat ze bedoelt. Ze is de beste. Ik moet ontzettend lachen, wat is Kiwi toch een grappig taaltje.
Toch vind ik het niet altijd leuk. Soms mis ik namelijk best wat delen van gesprekken. Onderonsjes tussen anderen of grapjes kunnen nog lastig te verstaan zijn. Kleine kinderen -die vaak nog niet goed kunnen praten- kijk ik vragend aan als ze met me praten. Werktaal is ook een vak apart en bij simpele koetjes en kalfjes moet ik af en toe mijn best doen om alles te begrijpen.
Doordat ik hier met mijn Nederlandse man en kinderen woon, en bewust thuis Nederlands met hen praat, ben ik na anderhalf jaar nog steeds niet in de fase dat ik in het Engels denk. Tijdens mijn eerste vakantie in Nieuw-Zeeland was ik in m’n eentje en praatte ik na drie dagen al Engels tegen mezelf. Nu komt dat er niet van. Vaak vertaal ik nog woorden in mijn hoofd en komen ze er niet spontaan uitrollen. Dat kan lastig zijn als ik met meerdere mensen ben en als er grapjes over en weer worden gemaakt. Of zoals laatst toen mijn man een weekend op een boerderij ging helpen met onze dochter. “Ik kon de helft niet verstaan”, zei hij achteraf. En dat kan ik me zo goed voorstellen. Mannen onder elkaar, die elkaar al lang kennen en dus aan een woord genoeg hebben of met een woord een herinnering kunnen oproepen bij elkaar. En daar zit je dan tussenin met je nette school-Engels.
Er gaat op dit moment een kerstvideo viraal van Air New Zealand over het Kiwiaccent. Gelukkig ben ik in goed gezelschap en dus niet de enige die af en toe moeite heeft met het accent. Zelfs Santa struikelt erover! Santa kan de Kiwikinderen niet verstaan en vergist zich in een bug screen tv (big screen), basketball (biscuitball), een book of magic tricks (trucks) en een piggy bank (puggy bank). De stewardess van Air New Zealand legt uit: “A’s are E’s, E’s are I’s, I’s are U’s and O’s are O’s”. Mooi dat die zelfspot zo aanwezig is. Tegelijkertijd gaat het filmpje natuurlijk ook over de trots op het eigen accent. Het is het taaltje waar iedere Kiwi zich bij thuis voelt, dat je al hoort als je in een AirNZ-vliegtuig stapt. De kerstvideo van vorig jaar was natuurlijk ook goed in elkaar gezet: het nummer Winter Wonderland werd door zanger Ronan Keating en acteur Julian Dennison omgevormd tot Summer Wonderland. Allerlei Kiwigewoontes werden ondertussen in het liedje opgenomen, zodat een lekker zomers zorgeloos kerstnummer ontstond.
De Kiwi’s staan bekend als een vriendelijk volk. “Wat zijn ze toch spontaan”, dacht ik op vakantie hier. Zo leuk dat iedereen altijd maar vroeg hoe het met me ging. Ik ben bang dat ik de ‘How are you?’ bij een begroeting nogal eens verkeerd heb opgevat als een uitnodiging om te vertellen hoe het écht met me ging. Dat was natuurlijk helemaal niet de bedoeling. Het is een standaard begroeting die ik inmiddels gewoon beantwoord met een snel soort ‘Gud thanks, how aar ye?’’.
Ondertussen beginnen onze kinderen de voorkeur te krijgen voor Engels. Engelse werkwoorden worden vernederlandst (“Dat moet je guessen”) en de woordvolgorde wordt verengelst (“Kan jij doen dat, mama?”). En dan is daar nog het Maori dat op school wordt aangeleerd. Dit gebeurt door Engelstalige leraren/leraressen, dus zal niet altijd goed uitgesproken worden. Net als Maori-plaatsnamen waar je verschillende uitspraakvarianten van hoort langskomen. Maar er is in ieder geval aandacht op school voor andere talen en culturen.
De Kiwitaal is in de laatste pakweg 150 jaar ontstaan en heeft veel eigen woorden. Bijvoorbeeld jandals (slippers) of bach (vakantie/vissershuisje). Als iets goed is, zeggen ze ‘Good as gold’, ‘Sweet as’, ‘No worries’ of ‘Choice bro’. Een egg is hier een iegg, we eten vlees van de ‘baarbie’ en kinderen heten Wiendy, Jiessie, Trient, Caarter of… (en ik citeer) Noortchka. Wij noemen haar gewoon Noortje.
Over Karin
Ik ben Karin Hermens-Jolink (43) en ik woon samen met Elbert (42), Noortje (6) en Timme (3). Sinds mei 2016 wonen we in Cromwell op het Zuidereiland, tussen de superstadjes Queenstown en Wanaka in. We zitten in Central Otago op een soort geluksplekje waar het erg droog is en waar je de kou van de nacht vergeet zodra de zon overdag schijnt.
Na twee vakanties in Nieuw-Zeeland – de eerste alleen, de tweede met man en dochter van 1 – was ik smoorverliefd op het land met de geweldig mooie landschappen en de vriendelijke bevolking. We kwamen Nieuw-Zeeland na heel veel sollicitatiebrieven binnen op een zogenaamd Skilled migrant visa van mijn man, die bij Wild Earth Wines werkt.
Ik heb ‘Inkomend en binnenlands toerisme & recreatie’ gestudeerd in Breda en daarna deed ik marketing-, communicatie- en schrijfwerk. Best leuk, maar vaak ook stressvol. We zochten in Nieuw-Zeeland een betere balans tussen werk en privé en meer ruimte. Hier mocht ik eerst een jaar ‘niets’ doen en inmiddels ben ik eigenaar van The Otago Buzz, een gift & souvenir shop-in-a-caravan naast dé landmark van Cromwell (The Big Fruit, een megagrote fruit-sculptuur).