34 miljoen schaapjes die vredig staan te grazen op bergen waarvan de top met sneeuw bedekt is of in een lentegroene vallei. Eindeloze helderblauwe ijskoude meren, woeste golven die tegen eeuwenoude rotsen klotsen en vier miljoen knotsgekke avontuurlijke kiwi's. Dat klinkt als een sprookje he? En zo voelt het ook om hier te zijn. Eigenlijk had ik de Magicbus moeten kiezen om door dit magische landschap te reizen. Helaas is het financieel gezien voor mij iets aantrekkelijker om in de knalgroene kiwibus te stappen.
Na Christchurch begon mijn kiwi-experience richting Kaikoura. In dit prachtige plaatsje besloot ik walvissen te gaan spotten. Omdat deze dieren nogal groot qua omvang zijn, was het noodzakelijk ver de Pacific Ocean op te gaan om hen in levende lijve te aanschouwen. Feit is dat er midden op de grote zee alles groot is dus ook de golven. En al gauw vulde de boot zich met een zure lucht veroorzaakt door uitgebraakte consumptiemiddelen en lichaamssappen. Dit was niet erg bevorderlijk voor de fysieke toestand van de overige spotters die wel in staat waren hun maaginhoud binnen te houden. Erg dankbaar waren wij dan ook toen de eerste walvis gesignaleerd werd. We snelden naar het dek en keken met ontzag naar de enorme fontein die uit het gat in de kop van de walvis spoot. Maar het mooiste was het moment van de laatste diepe ademhaling voordat het dier weer naar de dieptes van de zee duikt. Dan zie je namelijk de staart in de lucht flapperen. Prachtig om te zien! Ook zagen we Albatrossen die van vleugel tot vleugel ongeveer drie meter breed zijn! Onderweg stopten we nog bij een van de plaatselijke zeehonden/leeuwen (het verschil zit in de vinnen maar ik zie het niet) kolonies, schattig en sloom!
Na dit paradijselijke plaatsje tourde de groene bus naar Nelson (onderweg stoppen we veel om bijvoorbeeld wijn te proeven, mooie foto's te maken of te wandelen). Vanuit deze plaats kun je uitstapjes maken naar het Abel Tasman National Park. En ja; Abel Tasman was een ontdekkingsreiziger van Nederlandse bodem. Eenmaal in het park besloten mijn nieuwe Kiwivrienden Gemma, Alex, Guy Brandon, Britta en ik een zee-kayaktocht langs de verschillende baaien te maken. Aangezien mijn eerdere prestaties in de kayak niet van hoge kwaliteit waren, maakte ik me een beetje zorgen. En na de uitleg van onze fanatieke gids over alle mogelijke verdrinkingskansen maakte ik mij nog een beetje meer zorgen.
Na goed een uur met nog meer risico's en waarschuwingen zaten we dan daadwerkelijk met reddingsvest om de nek en peddel in de hand in onze gele kayak. Ik zat achterin wat betekende dat ik moest sturen. Guy zat voorin en was de navigator. Nou dat viel best mee, we zoefden zonder slag of stoot over de kalme zee en genoten van het overweldigende uitzicht. Heerlijk geluncht en vol goede moed peddelden we verder, de bocht om, op weg naar de zeeleeuwen. Echter, om de hoek waaide het behoorlijk en we moesten een eind de zee op om bij de dieren te komen. Dat was andere koek! Guy en ik peddelden alsof ons leven ervan afhing (wat eigenlijk ook zo was) en kwamen geen steek vooruit. Wat overigens vrij pijnlijk was voor ons ego omdat de anderen wel richting doel koersten. Weliswaar heel langzaam maar toch. Nadat de groep drie keer op ons had gewacht, bereikten ook wij eindelijk het zeeleeuwenstrand. Dat was het geploeter absoluut waard want de baby zeeleeuwen kwamen het water in om met ons te spelen. En na zes uur op de woeste zee te hebben gepeddeld kwam er een einde aan deze ultieme survivaltest. Toen heerlijk met de voetjes in de hot tob. De spierpijn 's avonds was ondraaglijk, zelfs de kaarten tijdens een kaartspelletje waren te zwaar om op te tillen. Maar toch een goed einde van een sprookjesachtig avontuur.