North Island/Lake Taupo - Ruapehu/Ohakune
Het regent als we aankomen in het gehuchtje Ohakune. Dit piepkleine dorpje is ´s winters een van de populairste wintersportplaatsen van het Noordereiland en herbergt dan meer dan 2000 skiërs die zich uitleven op de slopes van de gebroeders vulkaan; Mount Tongariro, Mount Ngaroehoe en Mount Ruapehu. In 1996 nog braakte laatstgenoemde een wolk van as en rook uit waardoor er in dat jaar niet geskied kon worden.
Nu, midzomer, is de bevolking van het dorpje geslonken tot zijn oorspronkelijke proporties en is het er erg stil. Dit is onze stop voor de spectaculaire Tongariro Crossing of Tongariro Track.
Great Walk
De Tongariro Crossing is de bekendste van verschillende wandeltochten naar en rondom de nog altijd actieve vulkanen. Volgens de informatie van deDepartment of Conservation (DOC) is de tocht zelfs betiteld als Great Walk, een predikaat dat slechts een handvol wandelingen in Nieuw-Zeeland verdient. Detrack schijnt goed te zijn bewegwijzerd, geschikt voor mensen met redelijke conditie en onder normale omstandigheden in 1 dag te lopen.
Wij houden wel van wandelen, maar afgezien van de plaatselijke avondvierdaagse meer dan twee decennia geleden hebben we geen ervaring met lange wandeltochten. Laat staan met een vulkaanbeklimming. We zijn dus wel een beetje huiverig voor wat ons te wachten staat.
Bummer
We komen aan bij het Top 10 Holiday Park, een soort camping, compleet met receptie, vlaggetjes en een slagboom bij de ingang. Heel Nederlands.
We vragen de dame achter de balie alvast hoe we naar het beginpunt van onze wandeltocht moeten rijden, Whakepapa Village. Ze vertelt ons dat je het beste met een speciale bus naar het vertrekpunt kunt gaan; de laatste kilometers schijnen over bochtige onverharde wegen te voeren. Bovendien voelen weinig mensen ervoor om na een hele dag klimmen nog een eind te moeten autorijden.
Ze wijst op een wegenkaart de dichtstbijzijnde bushalte aan, die hier op tien autominuten vandaan ligt.
Ze weet echter ook te vertellen dat de tocht morgen in ieder geval niet kan worden gelopen, in verband met de regen. En regen beneden betekent sneeuw en ijs boven. De weergoden bovenop de vulkaan zijn erg wispelturig en hun humeur kan van het ene moment op het andere compleet omslaan. Bij het DOCin Whakepapa Village wordt elke ochtend een actueel weerrapport uitgegeven met voorspellingen voor de dag erop. Bij kou, harde wind en sneeuw wordt de route gesloten en mogen er geen wandelaars vertrekken.
Bummer, maar we hebben in ons reisschema gelukkig rekening gehouden met deze tegenvaller; we blijven nog twee nachtjes om beter weer af te wachten.
Na het inchecken mailen we in de internetcorner even naar de thuisblijvers. Ook maar even bellen naar de pa´s en ma´s. Nee, we hebben geen drugs aangenomen onderweg en nee, we hebben ook nog geen pech gehad met de auto. Ja, we doen voorzichtig.
We can manage!
Ons prefab huisje is gelukkig van alle gemakken voorzien; badkamer, zithoek, eethoek en zelfs een keuken. Toch besluiten we in het dorp wat te gaan eten, we hoeven immers morgen niet vroeg uit de veren.
In het dorp spieken we door het raampje van Misha´s Italian Cafe and Restaurant. Het is er druk, dus wij naar binnen. We gaan zitten aan een tafeltje dat nog niet is afgeruimd. Als we om ons heen kijken zien we meer mensen zitten die de vaat van de vorige klanten nog op tafel hebben staan. Een hevig zwetende man - we schatten hem zeker 70 - komt vriendelijk onze bestelling opnemen. We bestellen vast een fles wijn en wat brood en kijken de kaart door.
Als we na 20 minuten nog altijd niets anders dan het vieze servies op tafel hebben staan, besluiten we poolshoogte te nemen. De andere man, zichtbaar vermoeid en eveneens op leeftijd stelt zich voor als Misha en verontschuldigt zich; "Yesterday we had to let one go and an hour ago the other called in sick." We hebben het te doen met de twee baasjes, die het nu op halve kracht moeten doen. Twee klanten besluiten niet langer op hun bestelling te wachten en lopen boos weg. Een ander gezelschap zucht nog eens demonstratief als ook zij opstaan en vertrekken, zonder te hebben gegeten. De overige aanwezigen lijken locals en berusten in hun lot.
We krijgen medelijden en vinden het zo sneu dat we aanbieden de tafels af te ruimen. "No, no, it is OK. We can manage!" gebaart de eigenaar met een oververhit hoofd.
Uiteindelijk krijgen ook wij ons eten. De pizza en pasta smaken voortreffelijk. We leggen wat extra fooi neer.
Onder invloed van knoflook en alcohol lopen we terug naar onze bungalow en kruipen gezellig ons bedje in.
All tracks open
De volgende ochtend is ons bed nog altijd comfortabel en het getik van regen op het golfplaten dak nodigt allerminst uit op te staan. Pas laat in de middag komen we op gang. We moesten toch maar wat gaan doen.
We besluiten de route naar het vertrekpunt van de Crossing maar wat te verkennen. Eerst rijden we naar de bushalte, die bij een backpackershostel is gelegen. In het hostel weten ze ons de vertrektijden van de bus te vertellen en kunnen we alvast een buskaart kopen.
Het jongerenhotel blijkt een indoor-klimhal te huisvesten. Leuk! We boeken meteen een paar potjes klimmen. Alle wanden en het plafond zijn bespikkeld met gekleurde brokken plastic die moeten dienen als houvast. We beheersen de meeste technieken nog van ons ice-climbing avontuur op Fox Glacier. Vrolijk klauteren we erop los en seilen weer ab. Na een flink uur in touw te zijn geweest zetten we koers naar Whakepapa Village, een mooie rit van zo´n drie kwartier door steppe-achtig gebied.
In het dorp lopen we de plaatselijke Nieuw-Zeeuwse VVV binnen en zien tot ons genoegen op een paneel boven de balie: Tomorrow´s weatherconditions met erachter aan een dikke spijker op een houten plankje in handbeschilderde letters: all tracks open. Morgen gaat het dan toch gebeuren!
We informeren naar een korte wandelroute in de omgeving. Het wordt een wandeling naar Silica Rapids, een tocht van 2,5 uur langs een beek waar door de bijzondere lichtval het gesteente op de bodem het heldere water steenrood en felgeel kleurt.
Tegen de schemering keren we terug naar ons huisje. We eten aardappels met wat baked beans en bakken een ei.
Morgen moeten we om kwart voor acht bij de bushalte zijn, dus dat wordt bijtijds opstaan.
Donuts en powerbars
Natuurlijk vertrekken we de volgende ochtend véél te laat en zonder ontbijt, maar gelukkig halen we de bus nog net. De oude touringcar is behoorlijk vol, met name door kolossale backpacks die de meeste zitplaatsen innemen. Op een enkele rugzak is een ingenieuze constructie van plastic slangetjes en reservoirs gemonteerd om het vochtgehalte van de verwende hiker op simpele maar doeltreffende wijze op peil moet houden. Zo hoeft hij alleen het lopen nog zelf doen. We beginnen te twijfelen of we niet underpacked zijn…
De tocht begint op redelijk vlak, open terrein. Op een smal pad sluiten we aan bij een lang lint van wandelaars, dat een paar honderd meter voor ons in de opkomende mist vervaagt.
Als we na zo´n twee uur lopen twee provisorische toilethuisjes voorbijlopen doemt voor ons de eerste berghelling op. We moeten onze handen gebruiken om in balans te blijven. De lange rij klimmers begint in te dikken en filelopen is het gevolgd.
Op de spaarzame vlakke stukken moet Maureen geregeld pas op de plaats maken om even bij te komen. De combinatie van inspanning en toenemende hoogte maakt duizelig. Ook onze nog altijd lege magen beginnen nu hevig te protesteren. Gelukkig naderen we de top van deze eerste klim.
Na een korte afdaling verdwijnt de nevel en lopen we een grote gele zandvlakte in. De enorme zandbak doet buitenaards aan, als een maanlandschap. Dit is een oude kraterbodem, filosofeer ik.
We grijpen deze interval aan om een paar in alle haast meegegriste donuts en powerbars aan te breken.
Rottende eieren
Naast het pad liggen grote brokken poreuze bruine steen. Ik besluit er een ter grootte van een voetbal op te pakken. Tot mijn grote verbazing weegt de steen bijna niets; meer gaten dan steen dus. De steen is puntig en erg scherp en ook een kleiner exemplaar blijkt na nadere bestudering helaas geen geschikt souvenir (foei!). Ik leg hem terug op zijn plek.
Aan het einde van de vlakte zien we aan onze rechterhand een geelkleurig meer. Wandelgenoten weten te vertellen dat de kleur een hoge concentratie giftig sulfiet verraadt. Rookpluimen ontsnappen uit het water en verspreiden de misselijkmakende geur van rottende eieren.
Na weer een forse klim naderen we de top van de vulkaanrand. De wind steekt op en het wordt kouder. Nog een paar stappen en we zijn er.
Parelmoer
Boven aangekomen doet niet alleen de vermoeidheid ons snakken naar lucht; het uitzicht over de drie vulkanen en de ertussen gelegen valleien is adembenemend. We kijken recht in de smeulende krater van Mount Tongariro. Overal om ons heen ontsnappen dikke pluimen witte rook luid sissend uit spleten en kloven. Grote stukken steen brokkelen af en storten onder donderend gerommel de krater in. Aan de horizon prikken de afgetopte punten van Mount Ngaroehoe en Mount Ruapehu door hun dunne wolkendeken.
Er valt een oorverdovende stilte. Alleen het rommelen van onze magen verstoort de rust; de suikerboost van vanochtend is inmiddels uitgewerkt.
Als we van de eerste verbazing zijn bekomen, lopen we verder over de bergrug met de krater aan onze rechterhand. Aan de andere kant kunnen we beter het dal inkijken waar we in de verte de Emerald Lakes zien liggen. Als parelmoerkleurige oliedruppels lijken de drie kleine meren tegen de vulkaan te zijn geplakt. Als we afdalen naderen we het eerste meer en lopen naar de oever. Ik waad met mijn handen door het warme water - een prima badwatertemperatuur - en was mijn gezicht.
De ruggegraat van de berg voert ons verder naar beneden, langs de andere meren. Daarna lopen we een pad op dat ons naar de vallei leidt. Langzaamaan loopt de temperatuur op. Gelukkig hebben we genoeg water bij ons en we nuttigen het laatste van onze schaarse proviand; twee bananen.
Langs het pad staan steeds hogere varens die een welkome bescherming bieden tegen de zon die inmiddels fel schijnt. Onder het bladerdak van de nu metershoge boomvarens is het heerlijk koel. We versnellen onze pas want we hebben geen idee hoe laat het is. Er gaat maar 1 bus terug en die willen we niet missen.
Niet slecht
Als we het bos weer uitlopen horen in de verte het geroezemoes van een groep mensen. Dit is het eindpunt van de route. We made it!
Op een groot grasveld liggen tientallen wandelaars te zonnen, in afwachting van de bus. We nestelen ons in het gras, doen onze schoenen en sokken uit en leggen onze vermoeide benen op de rugzak te rusten. Flauw van de honger liggen we loom in de warme namiddagzon. Ik hoor iemand zeggen dat het nog geen half vier is. Da´s niet slecht; we hebben de tocht in 7 uur gelopen.
Als de bus aankomt drommen de mensen voor de deuren samen. We zijn als een van de eersten binnen en dat betekent dat we de komende drie kwartier niet hoeven te staan. De bus is gauw vol en kan maar net iedereen meenemen.
Bij terugkomst bij de auto zijn we ontzettend moe maar hebben enorme trek. We schieten proestend in de lach als we elkaar aankijken… "Pizzaatje halen?"