Als echte Nederlander die van toeten nog blazen weet als het op trekkings aankomt, heb ik in Nieuw-Zeeland hiermee toch de nodige ervaring opgedaan. Er zijn talloze prachtige dag- en meerdaagse wandelingen te vinden door het hele land, die men toch echt moet proberen!
Sommige wandelingen moet je zelfs al maanden van tevoren boeken, zoals de bekende Milford Track. Maar er zijn ook meer dan genoeg mooie wandelingen die je zonder reservering of slechts een dag van tevoren kunt boeken.
Welke wandeling je ook kiest, zorg ervoor dat je goed voorbereid bent! Ga langs bij de dichtstbijzijnde DOC. Hier kun je alle informatie krijgen over wandelingen in de buurt en ze kunnen je precies vertellen in welke staat de track is, de weg er naar toe en de voorzieningen op de overnachtingsplekken.
Trap vervolgens niet in de optimistische Kiwi-manier van informatie overbrengen! Zo heb ik verschillende keren mijn neus gestoten. Bij één wandeling hadden ze het over een beetje "rockfall". Toen ik op dat punt in de wandeling aankwam met mijn volgeladen rugzak, bleek het pad volledig verwoest te zijn.
Met als gevolg dat ik met bepakking moest proberen om houvast te vinden in het losse zand-/steenmengsel om aan de andere kant te komen. Dit mislukte, ik zakte meters naar beneden en moest weer omhoog klauteren op de steile helling.
Een andere keer hadden ze het over "streams" over de weg. Waarop ik vroeg of je daar dan geen 4WD voor nodig had. "Maar nee meid", was het antwoord, "mensen rijden er elke dag doorheen met normale kleine auto's!"
Eenmaal aangekomen bij de eerste "stream", bleek het toch een riviertje te zijn en er stonden een boel auto's in een wei ervoor geparkeerd. Die waren vast van mensen die bij dezelfde vrolijke DOC medewerker geïnformeerd hadden. Dus ja: informatie vragen is een must, maar het antwoord juist interpreteren is en blijft een kunst.
Verder hoort bij een goede voorbereiding de juiste spullen meebrengen. Zorg voor genoeg water, maar ook weer niet zoveel dat je jezelf tot pakezel transformeert en zorg voor mogelijkheden om water te zuiveren. Bij de meeste hutten is een watervoorziening, maar het is aan te raden om dit te koken, filteren of te behandelen voordat je het gebruikt. Dit had ik de eerste keer niet door, wat betekende dat ik 6 liter water bij me had, veel en veels te veel dus.
De juiste kleding is ook heel belangrijk. Spijkerbroeken en katoenen kleding zijn onveilig. Als je slecht weer treft, dan geven zulke kleren je niet voldoende bescherming. Dus loop eerst eens een outdoorwinkel binnen en schaf 2 setjes goed ventilerende, maar ook warme en waterafstotende kleding aan. Ook dit heb ik proefondervindelijk vastgesteld. Een spijkerbroek is echt bitter koud als ie kletsnat is, boven op een berg met ijskoude zuidenwind!
Een goede rugzak is ook heel belangrijk. Eentje die niet te zwaar is, niet schuurt en waterdicht is, is wat je nodig hebt. Vervolgens moet je je spullen op de juiste manier erin opbergen, dat is ook een hele kunst. In het algemeen kun je aanhouden dat je de zwaarste spullen zo veel mogelijk onderaan stopt en de lichtere spullen bovenaan. Daarbij probeer je alles wat je tijdens het wandelen nodig hebt, zo in te pakken dat je het eruit kunt halen zonder alle andere spullen er ook uit te moeten halen.
Een goede conditie is handig, maar niet essentieel. Als je er niet zeker van bent, begin dan niet met een route van 6-8 uur per dag wandelen en steile bergtoppen, maar doe er eentje met 2-4 uur per dag met wat minder steile bergen. Dan merk je vanzelf wel waar je grenzen liggen en kun je routes uitzoeken die bij je passen.
Eenmaal goed voorbereid, is het genieten geblazen. Bij elke route loop je van de ene prachtige plek naar de andere. De omgeving is variërend en adembenemend mooi. Zelf sta ik na een jaar wandelen hier nog steeds op ongeveer elke bocht in de weg foto's te maken of gewoon van het uitzicht te genieten, het went nooit!
