Inmiddels hebben we echt wat met Nieuw-Zeeland gekregen. Het stond al een tijdje op ons lijstje om er een keer naar toe te gaan. Maar pas als je er een keer geweest bent, of eigenlijk, pas als je er twee keer geweest bent, krijg je zo´n gevoel dat je niet meer loslaat. Elke keer als het woord ´Nieuw-Zeeland´ valt, spits ik mijn oren en wil ik er alles over weten. En dat is dus al bijna zes jaar het geval. Eind 2003 vertrokken mijn lief en ik voor een fietstocht per ligfiets naar Nieuw-Zeeland. Vooral de reis was een groot avontuur: 24 uur vliegen met een tussenstop en dan maar hopen dat de fiets goed uit het vliegtuig komt zetten.
Aankomen in Nieuw-Zeeland was eigenlijk geen avontuur maar eerder een gevoel van thuiskomen. Wat een heerlijk land, wat een aardige mensen, wat een prachtige natuur en wat een heerlijk eten met bijbehorende wijntjes. Veel beter kan het leven niet worden, zullen we maar zeggen.
Helaas startte de fietsvakantie met een regendag en vroegen we ons nog even af waar we aan begonnen waren. Maar na een zonnige rondtocht om de East Cape heen (met de meest oostelijke bioscoop van de wereld) door prachtige Maori dorpen met exotische namen als Hawaii, Waipukurau, Tauranga en Ohope zijn we volledig bekeerd. We zakken via Gisborne (bekend van James Cook) naar Napier. Een niet te missen monument, want zoveel Art Deco huizen en winkels vind je nergens ter wereld. Een tocht over het ´platteland´ leidt ons naar het Vikingdorp ´Dannevirke´, vervolgens treinen we naar Wellington.
The windy city of Wellington is vooral cultuur snuiven (Te Papa museum, ritje met de cable car) en wandelen door de prachtige botanische tuin. Heel handig aan Nieuw-Zeeland is ook het secondhand bookshop concept. Als je op fietsvakantie bent, wil je niet al te veel bagage meenemen en dus lever je je uitgelezen boek in en ruil je hem voor een ander boek.
Op het Zuidereiland nog meer hoogtepunten: lunchen met Sauvignon Blanc in de tuin van Whitehaven in Blenheim, zwemmen met dolfijnen in Kaikoura, het franse plaatje Akaroa op Banks Peninsula, Queenstown, ritje over de Crown Range, Puzzle World in Wanaka, een ´reisje op de Rijn´ op de Doubtful Sound, zeekanoën in Abel Tasman National Park, fietsen over de Queen Charlotte Drive. En natuurlijk niet te vergeten een gletsjertocht over de Franz Josef Glacier, één van de meest indrukwekkende stukken natuur.
Terug op het Noordereiland maken we kennis met de trein. En dan moet je dus geen haast hebben. Omdat het overdag blijkbaar warm was geweest (ca 25 graden), deden we acht uur over een stuk, waarover je normaal maar vier uur doet, vanwege ´heat restrictions´. Gelukkig teerden we nog op onze ervaring van de dag ervoor toen we de Tongariro Crossing liepen in het vulkanisch gebied bij de berg Ruapehu. Nog steeds hangen de foto´s hiervan prominent in onze woonkamer.
Dan bezoeken we nog Hamilton - niet bijster interessant, wel relaxed - en Rotorua. De vulkanische stoom die overal in deze stad naar bovenkomt is indrukwekkend, maar aan de lucht moet je wel even wennen (rotte eieren). En als laatste brengen we een paar dagen door in het noorden. We rijden over de strandsnelweg 90-milebeach, surfen van de duinen af, we zeilen op en zwemmen in de Pacific, vangen onze eigen vis die we nog geen twee uur later vers van de pers oppeuzelen en zien dolfijnen. De spa in de tuin van de hostel waar we overnachten met uitzicht over de baai maakt het plaatje compleet. En met dit beeld verlaten we na drie maanden het land.
En dat laat ons niet meer los. Twee kinderen rijker besluiten we opnieuw terug te keren voor een vakantie, deze keer met de auto. Heel anders dan op de fiets, maar minstens zo leuk. Twee scheppen, twee emmers, twee kinderen en heel veel strandjes maken dit tot een zeer interessante strandvakantie. Want zoveel mooie stranden als Nieuw-Zeeland heeft geen enkel ander land.
Opnieuw bezoeken we de gletsjer (de één lopend, de ander met een air safari), want dit wil je gewoon nog een keer meemaken. Verder eten we verse fruitijsjes in de boomgaard van Nieuw-Zeeland: het gebied rond Nelson. Op het Noordereiland doen we nu wat we vorige keer niet aandurfden met de fiets vanwege de hoge heuvels. We gaan naar Coromandel. Ook hier weer onbeschrijflijk mooie natuur en indrukwekkend vanwege de gigantische Kauribomen.
Over het algemeen hebben we prachtig weer. Af en toe valt er een bui. Maar zoals de kapitein van het 'reisje op de Rijn-boot' op de Doubtful Sound ons in 2003 al leerde, storen we ons daar niet echt aan: ´Some people can´t enjoy the rain, others just get wet´. En ach, af en toe word je inderdaad even nat. Maar als je na wat rugbybal spelen in de miezerregen op kerstochtend een paar uur later met een prachtig zonnetje aan een nog mooier strandje op nog geen 15 minuten rijden van Wellington zit, dan kun je toch alleen maar zeggen: het leven is goed, maar op z´n best in Nieuw Zeeland. Bijzonder jammer dat het 24 uur vliegen is vanaf Nederland, want anders hadden we er zomaar kunnen wonen.