'Hi, you look lost. Do you want to come with us?' De man staat er verloren bij. Zo te zien is hij even het pad kwijt. Dat klopt. Hij is niet alleen de weg, maar ook zijn tochtgenoten kwijt. Verloren in de dichte mist en woeste storm boven op de berg.
Hij is niet de enige die zich vertwijfeld afvraagt wat weersvoorspellingen in Nieuw-Zeeland waard zijn. Ook voor ons - goed uitgerust en redelijk doorgewinterd in de bergen - is het even schrikken als we op 1800 meter bijna van Mount Ngauruhu geblazen worden door een storm met windkracht 12.
We lopen het Tongariro Northern Circuit en zijn gisteren vanuit Whakapapa vertrokken om de vierdaagse tocht rondom de vulkaan Mount Ngauruhu te lopen. Onze tweede dag valt grotendeels samen met de Tongariro Crossing.
Gemiddeld 25.000 wandelaars per jaar maken deze immens populaire eendaagse tocht. Ondanks waarschuwingen van de plaatselijke Visitors Information Centres is niet iedere wandelaar zich bewust van het alpiene karakter van de berg en de weersomstandigheden op de berg en dat leidt soms tot gevaarlijke situaties.
De eerste dag van onze tocht belooft nauwelijks zon. Het miezert een beetje en we krijgen weinig te zien van de vulkaan. Ook Mount Tongariro en Mount Ruapehu laten zich niet zien, laat staan horen.
Ondanks het feit dat er niets uitbarst, genieten we volop van de ontelbare mossen en korstmossen.
Sobere hutten
Dit is onze tweede wandeltocht in Nieuw-Zeeland. Begin november zijn we aangekomen in Auckland op het Noordereiland. We willen eerst hier rondkijken voordat we oversteken naar het Zuidereiland.
We hebben twee maanden de tijd en we willen in deze periode meerdere tracks lopen. Onze 'inlooptocht' van vier dagen is rondom de noordkaap, de Cape Reinga Walkway. De tocht is duidelijk geen publiekstrekker, want op sommige dagen komen we helemaal niemand tegen.
De wandeltocht die we nu maken, is duidelijk populairder. Het is een Great Walk door bizar en wonderlijk vulkaanlandschap.
Onze eerste hut is even wennen. In de Mangatepopohut hut is gas, licht en water en een poepdoos buiten, maar verder is er niets te krijgen of te doen. De hut is klein en sober en heeft 24 bunks. Alle bunks zijn die avond bezet. De warden van de hut informeert losjes naar de bergervaringen van eenieder, bekend als ze is met de onvoorspelbare krachten van de natuur.
Weer onvoorspelbaar
's Ochtends vertrekken we vroeg om de busladingen dagjesmensen voor te zijn die de Tongariro Crossing gaan doen.
Vanuit de hut lopen we een uur over vlak terrein, voordat we stijgen. Na een steile klim van een paar honderd meter komen we uit op het zadel tussen Mount Ngauruhu en Mount Tongariro.
Het is nog vroeg, dus besluiten we Mount Ngauruhu te beklimmen. Deze vulkaankegel heeft model gestaan voor Mount Doom in Lord of the Rings. En nu hebben we de kans om met eigen ogen de barre flanken en de krater te zien.
We zijn echter niet in de wieg gelegd voor Frodo en Sam en besluiten al snel om te draaien en terug te keren naar het pad.
Het is mistig en koud, het waait en we zien geen hand voor ogen. Op de terugweg komen we een groepje Italianen in T-shirts tegemoet die bibberend van de kou vragen of we ook de Tongarirocrossing doen. 'Nee', zeggen we, ' Wij lopen het vierdaagse Tongariro Northern Circuit". Pas veel later realiseer ik me dat het groepje faliekant is verdwaald en dat niet in de gaten heeft.
We vervolgen het pad, inmiddels aardig druk met wandelaars, sommigen op gymschoenen en in een korte broek. Het blijft mistig en koud, maar goed te doen. Tot we bij de kam komen. Plotseling belanden we in een storm: onbeschermd door rotsen raast de wind over de open vlakte en neemt grind en zand mee met zijn kracht. Ik raak even in paniek en duik achter een grote rotspartij. Daar is het drukker dan op het pad. Mijn handen zijn ijskoud en ik doe mijn handschoenen aan. Naast ons zitten twee Duitsers te bibberen, en niet alleen van de kou. Maar wachten is geen optie en we dwingen onszelf tegen de wind en de angst in naar boven, weg van de kam, weer terug in de luwte.
Onze bijbel 'Tramping in New Zealand' waarschuwde er al voor. De Tongarirocrossing, de meest populaire dagtocht in NZ, blijft een alpiene tocht met als hoogste punt de rand van de Red Crater op 1886 meter. De kans op sterk wisselende weersomstandigheden is groot en dat maakt de tocht soms gevaarlijk. Het weer in Nieuw-Zeeland is uiterst onvoorspelbaar en kan een onschuldig wandeltochtje veranderen in een traumatische ervaring.
Bizar maanlandschap
Weer terug in de luwte lopen we verder en gaan even later zitten langs één van de vele kratermeertjes, de Emerald Lakes. In de zon schijnen ze prachtig blauwgroen op te lichten, maar nu zijn ze slechts vaag zichtbaar in de dichte mist.
En we zijn ook zonder erg langs de fameuze Red Crater gelopen. Tja, het is niet anders. Omdat we de tocht in drie in plaats van vier dagen lopen, laten we de Ketetahi hut links liggen en lopen meteen door naar hut nummer drie, de Oterere Hut op 1350 meter.
We verbazen ons over het mooie en rustige weer als we afdalen naar het dal. Als we naar boven kijken, naar de kam waar we vandaan komen, zien we nog steeds grote, dichte wolken onheilspellend van de hellingen af suizen. Jezus, het spookt daar nog steeds!
Wij zijn inmiddels volslagen in beslag genomen door het maanlandschap waarin we lopen: zwarte duinen van vulkanische as, brokken puimsteen en knaloranje rotsen van gestold lava, gelardeerd met mosjes, korstmossen en plantjes die het in deze omstandigheden kunnen uithouden. Ook verschijnen op sommige plaatsen pluimpjes rook uit de grond, een teken van thermische activiteit. Ik heb nog nooit zoiets moois gezien en wil niet meer weg.
Ongenadig weer
De Otererehut is groter dan de eerste hut en veel minder druk. Veel wandelaars van het Tongariro Circuit lopen door, omdat er opnieuw veel regen en storm voorspeld is. Wij zijn gefascineerd door de omgeving en besluiten te blijven en 's middags nog een extra wandeling te maken.
's Avonds giert de wind rond de hut en we vrezen voor de dag van morgen. 's Ochtends is het nog erger. Kletterende regen en een bulderende wind doen ons de moed in de schoenen zinken.
Eenmaal buiten valt het mee en het eerste stuk lopen we stevig door. Na goed twee uur arriveren we bij de volgende hut, de Waihohonuhut en pauzeren even om soep te maken. Volgens het boekje is het nog 5,5 á 6 uur lopen voordat we weer terug zijn in Whakapapa.
Inmiddels is het gestopt met zacht regenen. We lopen nu in felle, koude slagregens, vergezeld van een keiharde wind.
We zien even helemaal niets meer, behalve het harde, taaie Tussock gras dat zich uitstrekt over vele kilometers en al eeuwen bestand is tegen dit ongenadige weer. Het regent zo hard en het is zo mistig dat we in een besloten wereld van een diameter rondom leven. Ongenadig striemt de koude regen ons gezicht en we zijn nat tot op onze huid.
"Wie me deze regen en wind ook geeft, je stikt er maar in", denk ik en stap woest voort. We komen drie jongens met een onverstaanbaar accent tegen waarmee we ongeveer gelijk oplopen. En net als we denken dat we niet natter kunnen worden, komt de zon weer tevoorschijn.
Langzaam maar zeker lopen we de bewoonde wereld weer in. We passeren een prachtige waterval en lopen nu echt het laatste stuk naar het dorp, terwijl het opnieuw begint te regenen. Verzopen komen we aan in ons appartement, maar na een warme douche en een lekker etentje in the Grand Chateau is ook dit leed weer geleden.
En de wetenschap dat de crew van Lord of the Rings hier ook vaak gezeten heeft, is voldoende om ons van binnen en buiten weer helemaal te verwarmen.